De geur van verbrande toast sluimert
langer dan jouw vingers op mijn huid.
Ze spookt in de hoeken van een lege keuken,
en vult de scheuren in de ochtendstilte.
Mijn hart is een kolibrie,
gevangen in een kathedraal vol roestige schommels,
vleugels verwoed tegen de echo's
van weggeroest gelach.
Buiten vervaagt de lucht in slowmotion,
wolken ontrafelen als versleten vitrage.
Ergens klikt een deur dicht
of misschien heeft hij nooit open gestaan.
Leave a Reply