Waar eens een gloed van amber scheen,
zacht als kaarslicht langs de straat
staat nu een kil, klinische LED
die elke schaduw haat
Geen schemering die dromen voedt,
geen warme gloed op natte tegels
hier flikkert louter functioneel
lelijk licht tegen de gevels
De lantaarn was ooit een stille vriend,
nu straalt hij wit en stellig
zelfs de motten moeten hem niet:
te koud, te fel, te ongezellig
Leave a Reply